Reisverslag

Door Dhr. Oosterveld uit Hoogeveen (NL)

Real Betis Sevilla vs. Atletico Madrid

In alle vroegte ging mijn wekker af. Ik sprong op. Vandaag zou het gaan gebeuren! Zondag 23 maart zou ik aandachtig toeschouwer zijn bij de wedstrijd Real Betis Sevilla–Atlético de Madrid in het prachtige maar sfeervolle Estadio Benito Villamarín. Tot die tijd zou ik lekker gaan rond dwalen in de stad Sevilla. Wat absoluut geen straf is. Bovendien zou het voor mij een weerzien worden met bekende Spaanse vrienden. Enkele maanden geleden heb ik in een periode van drie weken Sevilla bezocht om de Spaanse taal te leren. Dat is achteraf gezien niet helemaal gelukt, maar sindsdien heeft Sevilla een warm plaatsje in mijn hart. Bij de gate trof ik tot mijn grote verbazing nog een bekend persoon aan in de voetbalwereld. Martin van Geel – technisch directeur bij Feijenoord en zijn vrouw mevrouw van Geel. Of mevrouw van Geel, een van Feijenoords masseurs had meegenomen werd mij niet duidelijk – de vrouw van Martin staat er om bekend om van deze dienst gebruik te maken volgens voetbalanalist en kenner Johan Derksen. Sevilla, de geboorteplaats van de Spaanse dans- en flamenco ligt aan de Guadalquiver-rivier. De stad is gesticht door Hercules – een Heros uit de Griekse Mythologie – rond 1000 v.Chr. Sevilla heeft ruim 700.000 inwoners en is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje. De stad heeft het grootste historische centrum van Europa, waarin bezienswaardigheden zoals de Kathedraal van Sevilla met de toren Giralda, Het Alcázar en de Torre del Oro de belangrijkste van de stad zijn. Nadat we ons opgefrist hadden besloten we eerst een wandelingetje te gaan maken door de stad om een mooie locatie te zoeken voor de lunch. Als je door het centrum van Sevilla loopt, loop je door smalle straatjes – het centrum van de stad is daardoor auto-onvriendelijk – naar verschillende pleintjes, als het Plaza de Mayor waar gezellige cafeetjes, tapasbarretjes en restaurants zitten. Er staan langs die smalle weggetjes schitterende historische gebouwen en het geeft een gezellige ietwat romantische sfeer. Op één van die pleintjes streken we neer voor een lunch. Wij vonden het een schitterende kerk die na de Sint-Pietersbasiliek in Rome en de St Paul's Cathedral in Londen het grootste kerkgebouw van Europa is. Wel is het het grootste gotische kerkgebouw ter wereld. Je kunt na het betalen van de entree de gehele geschiedenis van de kathedraal zien. Er hangen mooie schilderijen van vroeger en de bouwkunst is ook schitterend. Ook kun je de Giralda-toren – het aanzicht van de stad – beklimmen en je hebt dan werkelijk waar een schitterend uitzicht over de stad Sevilla. Uren kun je er dus spenderen en het is zeker de moeite waard. We kwamen uit bij een tentje aan de rivier. Nadat onze pizzatent nog gesloten bleek - Spanjaarden eten vrij laat – liepen we door naar een terrasje. Na de nodige tapas van eerder die middag had niemand echt honger en besloten we nogmaals tapas te bestellen. Gelijk een hele berg, dat was wel zo gemakkelijk. Je moet vooral de hammen proberen die zijn erg lekker. Hier bleken de tapas echter minder te smaken dan eerder die middag, maar ze waren goed te doen. De avond viel in, de temperatuur nam af, onze buikjes zaten vol en we werden na deze lange intensieve dag moe. Tijd dus om terug te lopen naar ons hotel voor de nachtrust. Voldaan plofte ik op bed en viel als een roos in slaap. Na een goede nachtrust stond ik om half negen op. Na een douche en het aankleden was het tijd om het ontbijt te testen. Het hotel (Don Paco***) beviel ons prima; nette kamers, goede bedden en een ruime badkamer. Het ontbijt was ook prima. Na het ontbijt besloten de vrouwen dat het tijd was om vandaag te gaan shoppen. Een typisch vrouwen-uitje waar de man normaal gesproken geen zin in heeft. Sevilla is uitermate geschikt om te shoppen. Bijna alle grote winkelketens hebben wel een vestiging in Sevilla. Daar waar de vrouwen besloten te gaan winkelen gingen de mannen Alcázar bezoeken. Alcázar is waarschijnlijk het oudste koninklijk paleis van Europa en ze noemen het in het Spaans Alcázar Real de Sevilla. Het geldt als één van de beste voorbeelden van Mudéjar-architectuur – Mudéjar is een benaming die in Spanje wordt gebruikt ter aanduiding van de plaatselijke moslims tijdens en na de reconquista. Die plek was op een terras naast de kathedraal van Sevilla. Daar is een pleintje waar je heerlijk kunt zitten en genieten van de prachtige omgeving. Voor je rust moet je er niet gaan zitten want je wordt continu lastig gevallen door zigeuners die je een takje van geluk willen aanbieden, muzikanten die voor geld muziek maken en zingen en bedelaars. Na de hereniging met mijn zussen maakten we een wandeling door de prachtige joodse wijk van Sevilla. Ook hier prachtige smalle straatjes waarbij autoverkeer haast onmogelijk lijkt, toch manoeuvreren er af en toe waaghalzen doorheen. Het is een schilderachtige omgeving waar je lekker door kunt ronddwalen. Tapsbarretjes en souvenirshops maken het geheel af. Na er lekker doorheen te zijn gedwaald streken we neer voor tapas, cervezas en goede gesprekken. Tegen zeer schappelijke prijzen kun je de middag prima doorkomen. De Spaanse obers waarderen het enorm als je probeert Spaans te spreken en bedienen je geweldig. Bij tapas is het de bedoeling dat je veel porties van van de verschillende soorten tapas besteld. Dat kan vlees, vis, maar ook vegetarisch zijn. Er is voor iedereen wat wils. Spanjaarden zijn dol op alcohol en dan met name wijn en cervezas – een biertje. Er zijn zelfs barren waar je geen koffie kunt drinken, maar alleen iets fris of alcohol. Een Spanjaard begint al met drinken rond een uur of elf in de morgen, net na het ontbijt. Het is dus de ideale bestemming voor een alcoholist. Je wordt niet raar aangekeken als je vroeg op de dag alcohol besteld. Ze drinken graag die Spanjaarden, dus wij ook! Onder het genot van de drank en eten werd de familiegeschiedenis erbij gehaald. Even leek de sfeer verpest te worden door een oude koe die uit de sloot werd gehaald. Gelukkig werd dat uitgepraat en escaleerde dat niet. Het was zo gezellig op die plek dat we er tot diep in de nacht hebben gezeten. De rekening was fors, maar je kreeg er ook veel voor terug. Achteraf was het absoluut niet duur. Sevilla is dan wel prachtig, het is gelukkig nog niet zo toeristisch dat de prijzen de paellapan uitrijzen. Nog niet.... Het was dus tijd om terug naar Don Paco te gaan. Nog een nachtje en dan zou ik mijn Madrileense helden van heel dichtbij zien! De spanning nam toe. Na de lunch gingen we wederom te voet naar het heilige der heiligen in de voetbalwereld; het stadion. En omdat we langs een park kwamen besloten we omdat er nog tijd genoeg was daar even te chillen. In welke Spaanse stad je ook komt, of het nou Barcelona, Madrid of Sevilla is, Spanje heeft schitterende parken waar de Spaanse familie op de zondagmiddag lekker gaat zitten chillen, eten of voetballen. Echt een aanrader om even de zichtbare voetbalspanning af te laten koelen. Blijf zeker niet te lang, maar als je er toch langsloopt eventjes doen! Wij zaten hoog in het schitterende stadion achter een van de doelen tegenover de fanatieke aanhang van Betis. Niet helemaal met zijn allen (7 personen) naast elkaar maar wel bij elkaar. Het was overigens nog best een zoektocht naar onze plek, maar met hulp van behulpzame Spaanse voetballiefhebbers zaten we toch op de goede plek. Met schitterend uitzicht op het speelveld. Er gebeurde dus niet zoveel. Atlético was lichtelijk beter, maar het leek of ze of vermoeid aan het raken waren, of ze er geen zin in hadden. Zo fris en fruitig als in de heen wedstrijd ging het niet meer. Misschien is dat de grootste tegenstander van Atlético in de race om de titel. Vanwege buitenspel werd er overigens wel een schitterend doelpunt van Atlético afgekeurd. Wie hem maakte was voor mij niet zichtbaar. In de rust vloeide de overtuiging bij ons dat het een nulletje of vier voor Atlético ging worden weg. Betis begon de tweede helft sterk. Alsof ze roken dat er iets te halen viel. Dat resulteerde in een bal op de paal, waar driekwart van het stadion de bal iets naar rechts probeerde te schreeuwen bleek de paal voor de falende Courtois een mooi redmiddel; de bal ging er niet in en Atlético was gewaarschuwd. De ploeg uit Madrid gaf wat gas bij en herstelde zo de balans van de wedstrijd in het voordeel van de uitspelende ploeg. De Madrilenen kregen kansen en een doelpunt kon eigenlijk niet uitblijven. Helemaal nadat de niet sterk fluitende scheidsrechter de wedstrijd definitief dood floot. Na een handsbal van een Betis-speler kreeg hij zijn tweede gele kaart. Voor Betis was dat het sein om de witte vlag te hijsen; ze gaven zich over en kwamen amper nog over de middenlijn. Kort na de rode kaart was het Atlético-speler Gabi die na een aanval over links op de rand van het strafschopgebied de bal keihard in de linker bovenhoek schoot; 0-1. Een schitterend doelpunt en als de wedstrijd nog niet beslist was dan was dat na dit schot het geval. Betis probeerde hun linkerspits wanhopig achter iedere diep gespeelde bal aan te laten rennen. Hij rende tegen beter weten in alsof hij op een brommertje zat achter de bal aan, maar kon zelden gevaar stichten. Door gemakzucht werd een aanval van de Madrilenen over veel schijven niet benut, maar niet veel later werd boef Costa vrijgespeeld en één op één met de keeper faalde hij niet; 0-2. Langzaam bloedde de wedstrijd dood. De wedstrijd had al niet echt een hoge amusementswaarde, maar dat werd tegen het einde niet veel beter. Betis kon niet meer en Atlético geloofde het wel. Gedesillusioneerd verlieten de Betis-supporters ruim voor het einde het prachtige Estadio Benito Villamarín. Weer niet gewonnen. Degradatie lijkt onafwendbaar met nog negen wedstrijden voor de boeg. De ontmoeting was hartelijk, grappig omdat ik in Nederland geen steek verder was gekomen met mijn Spaanse les. De communicatie verliep moeizaam in half Spaans, half Engels. De pret was er niet minder om. We hebben gezamenlijk de stad onveilig gemaakt door in verschillende tapasbarretjes de nodige cervezas en tapas weg te werken onder andere in de oudste tapasbar van Sevilla. De dag hielp niet echt mee daar het zondag was en veel horecagelegenheden vroeg sluiten. En dus was de hereniging kort maar mooi en zeker voor herhaling vatbaar! De volgende dag zouden we om 12 uur in de middag uitchecken en in de namiddag richting vliegveld vertrekken. Weer terug naar huis waar we kort na middernacht arriveerden. Het was een mooi, grappig, emotioneel, sportief onvergetelijk weekend geworden. En niet alleen ik was verliefd op de stad, mijn reisgezelschap is het ook geworden. Dus wil je naar Spanje vergeet Ibiza, Barcelona of Madrid, ga naar Sevilla. De stad van de Spaanse dans- en flamengo-cultuur en laat je verrassen!

In alle vroegte ging mijn wekker af. Ik sprong op. Vandaag zou het gaan gebeuren! Zondag 23 maart zou ik aandachtig toeschouwer zijn bij de wedstrijd Real Betis Sevilla–Atlético de Madrid in het prachtige maar sfeervolle Estadio Benito Villamarín. Tot die tijd zou ik lekker gaan rond dwalen in de stad Sevilla. Wat absoluut geen straf is. Bovendien zou het voor mij een weerzien worden met bekende Spaanse vrienden. Enkele maanden geleden heb ik in een periode van drie weken Sevilla bezocht om de Spaanse taal te leren. Dat is achteraf gezien niet helemaal gelukt, maar sindsdien heeft Sevilla een warm plaatsje in mijn hart. Bij de gate trof ik tot mijn grote verbazing nog een bekend persoon aan in de voetbalwereld. Martin van Geel – technisch directeur bij Feijenoord en zijn vrouw mevrouw van Geel. Of mevrouw van Geel, een van Feijenoords masseurs had meegenomen werd mij niet duidelijk – de vrouw van Martin staat er om bekend om van deze dienst gebruik te maken volgens voetbalanalist en kenner Johan Derksen. Sevilla, de geboorteplaats van de Spaanse dans- en flamenco ligt aan de Guadalquiver-rivier. De stad is gesticht door Hercules – een Heros uit de Griekse Mythologie – rond 1000 v.Chr. Sevilla heeft ruim 700.000 inwoners en is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje. De stad heeft het grootste historische centrum van Europa, waarin bezienswaardigheden zoals de Kathedraal van Sevilla met de toren Giralda, Het Alcázar en de Torre del Oro de belangrijkste van de stad zijn. Nadat we ons opgefrist hadden besloten we eerst een wandelingetje te gaan maken door de stad om een mooie locatie te zoeken voor de lunch. Als je door het centrum van Sevilla loopt, loop je door smalle straatjes – het centrum van de stad is daardoor auto-onvriendelijk – naar verschillende pleintjes, als het Plaza de Mayor waar gezellige cafeetjes, tapasbarretjes en restaurants zitten. Er staan langs die smalle weggetjes schitterende historische gebouwen en het geeft een gezellige ietwat romantische sfeer. Op één van die pleintjes streken we neer voor een lunch. Wij vonden het een schitterende kerk die na de Sint-Pietersbasiliek in Rome en de St Paul's Cathedral in Londen het grootste kerkgebouw van Europa is. Wel is het het grootste gotische kerkgebouw ter wereld. Je kunt na het betalen van de entree de gehele geschiedenis van de kathedraal zien. Er hangen mooie schilderijen van vroeger en de bouwkunst is ook schitterend. Ook kun je de Giralda-toren – het aanzicht van de stad – beklimmen en je hebt dan werkelijk waar een schitterend uitzicht over de stad Sevilla. Uren kun je er dus spenderen en het is zeker de moeite waard. We kwamen uit bij een tentje aan de rivier. Nadat onze pizzatent nog gesloten bleek - Spanjaarden eten vrij laat – liepen we door naar een terrasje. Na de nodige tapas van eerder die middag had niemand echt honger en besloten we nogmaals tapas te bestellen. Gelijk een hele berg, dat was wel zo gemakkelijk. Je moet vooral de hammen proberen die zijn erg lekker. Hier bleken de tapas echter minder te smaken dan eerder die middag, maar ze waren goed te doen. De avond viel in, de temperatuur nam af, onze buikjes zaten vol en we werden na deze lange intensieve dag moe. Tijd dus om terug te lopen naar ons hotel voor de nachtrust. Voldaan plofte ik op bed en viel als een roos in slaap. Na een goede nachtrust stond ik om half negen op. Na een douche en het aankleden was het tijd om het ontbijt te testen. Het hotel (Don Paco***) beviel ons prima; nette kamers, goede bedden en een ruime badkamer. Het ontbijt was ook prima. Na het ontbijt besloten de vrouwen dat het tijd was om vandaag te gaan shoppen. Een typisch vrouwen-uitje waar de man normaal gesproken geen zin in heeft. Sevilla is uitermate geschikt om te shoppen. Bijna alle grote winkelketens hebben wel een vestiging in Sevilla. Daar waar de vrouwen besloten te gaan winkelen gingen de mannen Alcázar bezoeken. Alcázar is waarschijnlijk het oudste koninklijk paleis van Europa en ze noemen het in het Spaans Alcázar Real de Sevilla. Het geldt als één van de beste voorbeelden van Mudéjar-architectuur – Mudéjar is een benaming die in Spanje wordt gebruikt ter aanduiding van de plaatselijke moslims tijdens en na de reconquista. Die plek was op een terras naast de kathedraal van Sevilla. Daar is een pleintje waar je heerlijk kunt zitten en genieten van de prachtige omgeving. Voor je rust moet je er niet gaan zitten want je wordt continu lastig gevallen door zigeuners die je een takje van geluk willen aanbieden, muzikanten die voor geld muziek maken en zingen en bedelaars. Na de hereniging met mijn zussen maakten we een wandeling door de prachtige joodse wijk van Sevilla. Ook hier prachtige smalle straatjes waarbij autoverkeer haast onmogelijk lijkt, toch manoeuvreren er af en toe waaghalzen doorheen. Het is een schilderachtige omgeving waar je lekker door kunt ronddwalen. Tapsbarretjes en souvenirshops maken het geheel af. Na er lekker doorheen te zijn gedwaald streken we neer voor tapas, cervezas en goede gesprekken. Tegen zeer schappelijke prijzen kun je de middag prima doorkomen. De Spaanse obers waarderen het enorm als je probeert Spaans te spreken en bedienen je geweldig. Bij tapas is het de bedoeling dat je veel porties van van de verschillende soorten tapas besteld. Dat kan vlees, vis, maar ook vegetarisch zijn. Er is voor iedereen wat wils. Spanjaarden zijn dol op alcohol en dan met name wijn en cervezas – een biertje. Er zijn zelfs barren waar je geen koffie kunt drinken, maar alleen iets fris of alcohol. Een Spanjaard begint al met drinken rond een uur of elf in de morgen, net na het ontbijt. Het is dus de ideale bestemming voor een alcoholist. Je wordt niet raar aangekeken als je vroeg op de dag alcohol besteld. Ze drinken graag die Spanjaarden, dus wij ook! Onder het genot van de drank en eten werd de familiegeschiedenis erbij gehaald. Even leek de sfeer verpest te worden door een oude koe die uit de sloot werd gehaald. Gelukkig werd dat uitgepraat en escaleerde dat niet. Het was zo gezellig op die plek dat we er tot diep in de nacht hebben gezeten. De rekening was fors, maar je kreeg er ook veel voor terug. Achteraf was het absoluut niet duur. Sevilla is dan wel prachtig, het is gelukkig nog niet zo toeristisch dat de prijzen de paellapan uitrijzen. Nog niet.... Het was dus tijd om terug naar Don Paco te gaan. Nog een nachtje en dan zou ik mijn Madrileense helden van heel dichtbij zien! De spanning nam toe. Na de lunch gingen we wederom te voet naar het heilige der heiligen in de voetbalwereld; het stadion. En omdat we langs een park kwamen besloten we omdat er nog tijd genoeg was daar even te chillen. In welke Spaanse stad je ook komt, of het nou Barcelona, Madrid of Sevilla is, Spanje heeft schitterende parken waar de Spaanse familie op de zondagmiddag lekker gaat zitten chillen, eten of voetballen. Echt een aanrader om even de zichtbare voetbalspanning af te laten koelen. Blijf zeker niet te lang, maar als je er toch langsloopt eventjes doen! Wij zaten hoog in het schitterende stadion achter een van de doelen tegenover de fanatieke aanhang van Betis. Niet helemaal met zijn allen (7 personen) naast elkaar maar wel bij elkaar. Het was overigens nog best een zoektocht naar onze plek, maar met hulp van behulpzame Spaanse voetballiefhebbers zaten we toch op de goede plek. Met schitterend uitzicht op het speelveld. Er gebeurde dus niet zoveel. Atlético was lichtelijk beter, maar het leek of ze of vermoeid aan het raken waren, of ze er geen zin in hadden. Zo fris en fruitig als in de heen wedstrijd ging het niet meer. Misschien is dat de grootste tegenstander van Atlético in de race om de titel. Vanwege buitenspel werd er overigens wel een schitterend doelpunt van Atlético afgekeurd. Wie hem maakte was voor mij niet zichtbaar. In de rust vloeide de overtuiging bij ons dat het een nulletje of vier voor Atlético ging worden weg. Betis begon de tweede helft sterk. Alsof ze roken dat er iets te halen viel. Dat resulteerde in een bal op de paal, waar driekwart van het stadion de bal iets naar rechts probeerde te schreeuwen bleek de paal voor de falende Courtois een mooi redmiddel; de bal ging er niet in en Atlético was gewaarschuwd. De ploeg uit Madrid gaf wat gas bij en herstelde zo de balans van de wedstrijd in het voordeel van de uitspelende ploeg. De Madrilenen kregen kansen en een doelpunt kon eigenlijk niet uitblijven. Helemaal nadat de niet sterk fluitende scheidsrechter de wedstrijd definitief dood floot. Na een handsbal van een Betis-speler kreeg hij zijn tweede gele kaart. Voor Betis was dat het sein om de witte vlag te hijsen; ze gaven zich over en kwamen amper nog over de middenlijn. Kort na de rode kaart was het Atlético-speler Gabi die na een aanval over links op de rand van het strafschopgebied de bal keihard in de linker bovenhoek schoot; 0-1. Een schitterend doelpunt en als de wedstrijd nog niet beslist was dan was dat na dit schot het geval. Betis probeerde hun linkerspits wanhopig achter iedere diep gespeelde bal aan te laten rennen. Hij rende tegen beter weten in alsof hij op een brommertje zat achter de bal aan, maar kon zelden gevaar stichten. Door gemakzucht werd een aanval van de Madrilenen over veel schijven niet benut, maar niet veel later werd boef Costa vrijgespeeld en één op één met de keeper faalde hij niet; 0-2. Langzaam bloedde de wedstrijd dood. De wedstrijd had al niet echt een hoge amusementswaarde, maar dat werd tegen het einde niet veel beter. Betis kon niet meer en Atlético geloofde het wel. Gedesillusioneerd verlieten de Betis-supporters ruim voor het einde het prachtige Estadio Benito Villamarín. Weer niet gewonnen. Degradatie lijkt onafwendbaar met nog negen wedstrijden voor de boeg. De ontmoeting was hartelijk, grappig omdat ik in Nederland geen steek verder was gekomen met mijn Spaanse les. De communicatie verliep moeizaam in half Spaans, half Engels. De pret was er niet minder om. We hebben gezamenlijk de stad onveilig gemaakt door in verschillende tapasbarretjes de nodige cervezas en tapas weg te werken onder andere in de oudste tapasbar van Sevilla. De dag hielp niet echt mee daar het zondag was en veel horecagelegenheden vroeg sluiten. En dus was de hereniging kort maar mooi en zeker voor herhaling vatbaar! De volgende dag zouden we om 12 uur in de middag uitchecken en in de namiddag richting vliegveld vertrekken. Weer terug naar huis waar we kort na middernacht arriveerden. Het was een mooi, grappig, emotioneel, sportief onvergetelijk weekend geworden. En niet alleen ik was verliefd op de stad, mijn reisgezelschap is het ook geworden. Dus wil je naar Spanje vergeet Ibiza, Barcelona of Madrid, ga naar Sevilla. De stad van de Spaanse dans- en flamengo-cultuur en laat je verrassen!


Deel dit verhaal
Ouder
Recenter

Klantenservice

De medewerkers van Forza zijn overal al geweest, en helpen je graag om een geschikte voetbalreis samen te stellen. Bel ons daarom gerust, ook 's avonds en in het weekend!